Psalm 140

Psalm 140: Bescherm me tegen mijn vijanden

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1037-1038)

Een lied van David. Voor de zangleider.

Heer, bevrijd mij van mensen die kwaad doen,
bescherm me tegen hun geweld.
Ze bedenken slechte plannen,
en altijd willen ze vechten.
Ze vallen me aan met hun woorden,
ze zijn zo gevaarlijk als giftige slangen.

5Heer, bescherm mij tegen die slechte mensen,
bescherm mij tegen hun geweld.
Ze denken dat ze sterker zijn dan ik.
Ze jagen op mij,
ze proberen me te vangen.
Ze willen mij in de val laten lopen,
ze willen me doden.


Heer, u bent mijn God.
Luister naar mijn gebed!
Heer, mijn God, u bent machtig.
U zult mij redden,
u zult me verdedigen tegen mijn vijanden.

Heer, laat ze hun zin niet krijgen.
Laat hun plannen mislukken,
laat ze niet overwinnen!
Mijn vijanden staan om mij heen
en wensen me ellende toe.
Laat ze zelf ongelukkig worden!

Tref hen met het vuur van uw bliksem,
laat ze sterven en nooit meer opstaan.
Jaag alle leugenaars weg van de aarde.
Straf slechte mensen met hun eigen kwaad,
laat dat kwaad hen vernietigen.


Dit weet ik:
De Heer helpt arme mensen,
hij verdedigt mensen zonder macht.
Goede mensen zullen voor hem zingen,
zij mogen altijd bij hem zijn.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Voor de koorleider. Een psalm van David.

Bevrijd me, God van wie vijandig gezind zijn,
bescherm me tegen hen die leven van onrecht:
zij zijn het die op kwaad uit zijn,
en alle dagen ruzie zoeken.
Ze spitsen hun tong als die van een slang,
achter hun lippen is addergif verborgen.

God, houd me uit de greep van hun boosheid,
bescherm me tegen hen die leven van onrecht.
Zij zijn erop uit om mijn voet te doen struikelen.
Zonder schaamte zetten ze voor mij een valstrik,
een slagnet langs mijn weg om me te vangen.

Tot God bid ik: ‘Jij bent mijn God.
God, luister hoe ik je smeek om hulp.
Mijn God, machtige bevrijder,
bescherm me als ik aangevallen wordt.
God, geef je vijanden niet wat ze verlangen,
laat niet slagen in wat ze plannen.'

Laat het hoofd van mijn vijand getroffen worden
door de vloek van hun lippen.
Laat gloeiende kolen op hen regenen.
Laat ze terecht komen in de maalstroom,
zodat ze geen grond vinden om te staan!
Geen bedrieger krijgt nog een plaats hier op aarde.
Laat rampen die onderdrukkers verjagen.

Ik weet: God komt op voor de arme,
komt op voor het recht van wie onderdrukt wordt.
Zo loven rechtvaardigen je naam,
wie oprecht zijn wonen in je nabijheid.



Stilstaan bij …

De voet van iemand doen struikelen
= Iemand ten val brengen.





Bij de tekst

Indeling

Verzen
2-9Gebed tot God om bescherming,
10-11en om bestraffing van de vijanden,
12-13in het besef dat God opkomt voor het goede.